Toelichting op de balans

Uitzettingen/vorderingen (€ 836,7 mln.)

 
2.2.1 Vorderingen op openbare lichamen ( € 162,8 mln.)
Onder de balanspost vorderingen op openbare lichamen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:

Belastingdienst (€ 122,5 mln.)
Betreft voor een groot deel de verrekening met het BTW Compensatiefonds over 2022. Het bedrag van het BTW Compensatiefonds over 2022 wordt op 1 juli 2023 ontvangen.

Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) (€ 6,2 mln.)
Betreft diverse vorderingen met betrekking tot facturen MRDH.

Het Rijk (€ 30,1 mln.)
Betreft vorderingen op het Rijk in verband met de gemeentefonds van (€ 29,83 mln.) en verstrekte Bijstand Besluit Zelfstandigen (€ 0,27 mln.).

Overige posten (€ 4,0 mln.)
Naast de eerder genoemde vorderingen bestaat het restantbedrag uit een aantal posten, waaronder een vordering op de Belastingdienst m.b.t. de dividendbelasting van belegging Meewind en deelneming Stedin Holding N.V. (€ 0,13 mln.), een vordering op diverse Randgemeenten in het kader van de lokale taken GGD (€ 0,04 mln.), een vordering op de Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (€ 1,43 mln.) i.v.m. sociaal begeleiding, vordering op diverse gemeenten (€ 1,39 mln.) en overige vorderingen (€ 0,97 mln.).

2.2.3.a Rekening-courantverhouding met het Rijk (€ 482 mln.)
Per 31 december 2022 is € 482 mln. uitgezet bij de Schatkist tegen een rentepercentage van 1,89%. Dit is fors hoger dan de verhouding per jaareinde 2021 (zo’n € 369 mln. hoger).
Het drempelbedrag voor het verslagjaar 2022 was € 14,516 mln..
Kwartaalcijfer gemiddeld op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen:
Kwartaal 1: € 2,267 mln.
Kwartaal 2: € 1,071 mln.
Kwartaal 3: € 1,168 mln.
Kwartaal 4: € 1,170 mln.

2.2.4 Overige vorderingen (€ 158,0 mln.)
Onder de balanspost overige vorderingen wordt een grote verscheidenheid aan vorderingen verantwoord. De belangrijkste zijn:

Bijstand en Sociale zekerheid (€ 18,3 mln.)
De openstaande vorderingen van alle aan de bijstand en overige sociale zekerheden gerelateerde regelingen is € 124 mln. De ervaring leert dat een deel van deze vorderingen nooit wordt terugontvangen. Dit oninbare deel is opgenomen in een voorziening en bedraagt € 105,7 mln.

Gemeentelijke belastingen (€ 45,2 mln.)
Dit betreffen opgelegde en nog op te leggen gemeentelijke belastingen (€ 57,8 mln.). Binnen de bovenvermelde debiteurenstand is rekening gehouden met een voorziening voor oninbare debiteuren. Deze voorziening is gevormd op basis van ervaringscijfers en een risico-inschatting per ultimo 2022. De voorziening bedraagt € 12,6 mln.. De vorderingen inzake gemeentelijke belastingen bestaan uit: afvalstoffenheffing, omgevingsvergunningen, onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting en rioolrechten.

Beleenrecht verpandingen pandhuis (€ 24 mln.)
Onder deze balanspost wordt de vordering van het pandhuis Gemeentelijke Kredietbank verantwoord.

Overige grote posten (€ 70,5 mln.)
Naast de hiervoor genoemde vorderingen zijn nog een aantal grote posten te benoemen, te weten:

2.2.5 Overige uitzettingen (€ 34,0 mln.)
Op deze balanspost staat de bijstortverplichting (collateral) die de gemeente heeft als gevolg van de derivaten contracten. De bijstortverplichting is het verschil tussen de nominale waarde en de marktwaarde van de afgesloten derivaten contracten per 31 december 2022 die de gemeente in depot bij de BNG heeft gestort met een rentevergoeding. De hoogte van deze bijstortverplichting fluctueert maandelijks. In geval van verkoop of ineffectiviteit van de derivaten leidt dit tot een exploitatieresultaat.