Algemeen

Programmarekening op hoofdlijnen

1.2 Programmarekening op hoofdlijnen

Met deze programmarekening legt de gemeente verantwoording af over de behaalde resultaten en de besteding van middelen over 2022.

Een bewogen jaar
Het was een bewogen jaar. De stad werd geconfronteerd met meerdere crises, maar er is ook een nieuw coalitieakkoord gesloten met de prioriteiten om te werken aan de toekomst van Den Haag. Voordat we ingaan op de financiële verantwoording, staan we kort stil bij deze bepalende ontwikkelingen van het afgelopen jaar.

Een jaar waarin de stad meerdere crises het hoofd moest bieden
Bij de start van het jaar was de stad nog in lockdown vanwege de omikrongolf van het coronavirus die snel om zich heen greep. In de daaropvolgende maanden bleek dat het coronavirus een minder zware impact heeft op de gezondheid van mensen. Maatregelen konden stapsgewijs vervallen en de samenleving ging in 2022 weer helemaal open.  

Een nieuwe crisis kondigde zich aan met de invasie van Rusland in Oekraïne op 24 februari. Met de oorlog kwam een omvangrijke vluchtelingenstroom op gang en hebben particulieren en de gemeente zich ingezet om ontheemden in Den Haag een onderkomen te bieden. In eerste instantie lag hierbij de nadruk op crisisopvang, maar naarmate het jaar vorderde is de nadruk ook komen te liggen op het realiseren van langdurige opvanglocaties en begeleiding van onderwijs, werk en dagbesteding om ontheemden een warm welkom verblijf in Den Haag te bieden. Eind 2022 vangen we binnen de Haagse stadsgrenzen 3.000 Oekraïense ontheemden op: 1.200 in gemeentelijke opvangplekken en 1.800 Oekraïners buiten gemeentelijke opvang (bij gastgezinnen, familie of eigen woonplek).
Hiernaast liep het landelijke systeem van opvang van asielzoekers in 2022 vast. Asielzoekers moesten bij het landelijke aanmeldcentrum in Ter Apel soms buiten op de grond slapen. Overal in Nederland zijn daarom - boven op de opvang van Oekraïners - extra plaatsen gerealiseerd. In Den Haag betreft het 600 plaatsen. Voor de crisisopvang zijn drie hotels ingezet en is een noodopvanglocatie aan de Regulusweg geopend.

Door de sancties die de internationale gemeenschap aan Rusland heeft opgelegd, ontstond schaarste en onzekerheid over energieleveranties waardoor energieprijzen sterk zijn gestegen in 2022. In het kielzog daarvan is een brede inflatiestijging op gang gekomen die doorzet, ook nadat de energieprijzen weer daalden ten opzichte van de hoogste piek in augustus. Er is sprake van een historisch hoge inflatie van meer dan 10% over 2022. Sinds het begin van de energiecrisis onderneemt de gemeente actie om bewoners, maatschappelijke instellingen en bedrijven in nood te ondersteunen, energiebesparingsacties te stimuleren en energieproductie- en consumptie daar waar mogelijk te versnellen.

Nieuw coalitieakkoord: voor een stad die tegen een stootje kan.
2022 was niet alleen een jaar van crises, maar ook een verkiezingsjaar. In maart vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Na een onderhandelingstraject is in september 2022 het coalitieakkoord “Den Haag 2022-2026, Voor een stad die tegen een stootje kan”, gepresenteerd (RIS 313189). Afspraken zijn gemaakt om de basis op orde te maken en om te kunnen werken aan de toekomst van Den Haag. Hierbij geeft de coalitie prioriteit aan de volgende opgaven:

  • het maken en behouden van leefbare, schone en veilige buurten en wijken;
  • het toewerken naar een volledig duurzame energievoorziening;
  • het zorgen voor meer betaalbare en duurzame woonruimte, met bijbehorende voorzieningen en mobiliteit;
  • het vergroten van bestaanszekerheid en kansengelijkheid en ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen;
  • het creëren van een robuust en toekomstbestendig financieel fundament voor de stad.

Het coalitieakkoord is inhoudelijk en financieel uitgewerkt in de programmabegroting 2023-2026 (RIS 313463) die in december is vastgesteld door de raad. In samenhang is ook de begroting van het lopende jaar geactualiseerd met de uitvoeringsnota 2022 (RIS 313771). Daarbij is beschikbare ruimte ingezet voor versterking van de algemene reserve (€ 8,2 mln.), het instellen van een reserve als buffer voor stijgende energieprijzen en inflatie (€ 25 mln.) en versterking van het cofinancieringsfonds (€ 25 mln.) waarmee Den Haag meer slagkracht heeft voor opgaven voor de stad op het gebied van wonen, mobiliteit, maatschappelijke ontwikkeling, klimaat en gebiedsontwikkelingen.

Financiële verantwoording
In de volgende bladzijden wordt op hoofdlijnen inzicht gegeven in de jaarrekening. Dit gebeurt aan de hand van vijf thema’s:

  • Allereerst wordt stilgestaan bij de inkomsten en uitgaven in 2022 . Den Haag heeft ca. € 3,3 mld. besteed in 2023. Hoe heeft de gemeente deze inkomsten verkregen en waar zijn middelen aan besteed?
  • Vervolgens wordt het resultaat besproken. De gemeente sluit het jaar af met een voordeel van € 55,1 mln. Dit wordt op hoofdlijnen toegelicht.
  • Daarna wordt stilgestaan bij de financiële ontwikkelingen van de gemeente. Het resultaat heeft grotendeels een eenmalig karakter, terwijl de gemeente een aantal structurele uitdagingen kent voor grote dossiers als bijstand, jeugdzorg, inflatie en gemeentefondsuitkering.
  • In de toelichting over de financiële positie wordt meer toegelicht over de weerbaarheid van de gemeente: de mogelijkheid om financiële klappen te kunnen incasseren zonder in te grijpen in het beleid.
  • Tenslotte worden afwijkingen op de realisatie van investeringen in 2022 toegelicht.

Inkomsten en uitgaven in 2022

Den Haag is een grote gemeente. Hierbij horen grote opgaven en omvangrijke lasten en investeringen.

In de programmarekening verantwoordt de gemeente, inclusief verrekeningen met reserves, ca. € 3,3 mld. Deze worden hieronder op hoofdlijnen inzichtelijk gemaakt en worden nader toegelicht in de verdere hoofdstukken van de programmarekening.

De inkomsten (meer precies: baten) bedroegen in 2022 € 3.343 mln. en zijn als volgt opgebouwd:

De inkomsten komen grotendeels van het Rijk. Ongeveer de helft van de inkomsten kwam uit het gemeentefonds. Ook ontving de gemeente middelen van het Rijk met een specifiek bestedingsdoel, zoals de budgetten voor bijstand. Een deel van de inkomsten kwam van burgers en bedrijven. De gemeente heft eigen belastingen zoals OZB, parkeer- en toeristenbelastingen en ontvangt inkomsten uit tarieven voor activiteiten zoals de afgifte van vergunningen, ophalen van huisvuil en het verstrekken van paspoorten. Daarnaast wordt een aanzienlijk deel van de activiteiten bekostigd uit reserves met eigen spaargeld.

De uitgaven (meer precies: lasten) bedroegen in 2022: € 3.288 mln. en zijn aan de volgende beleidsvelden besteed:

Grote uitgaveposten zijn voor de programma's werk en inkomen (22%), zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid (20%), naast uitgaven aan de buitenruimte, stadsontwikkeling en wonen, onderwijs en andere doelen. Elk van de toegelichte beleidsvelden vormt een eigen programma, waarover in hoofdstuk 2 van deze programmarekening uitgebreid wordt toegelicht.

Resultaat 2022

Bij de uitvoeringsnota (RIS 313771) is de begroting voor 2022 het laatst geactualiseerd op basis van inzichten van oktober. Het resultaat ten opzichte van de begroting, bedraagt per saldo € 55,1 mln. voordelig. Ofwel een resultaat van 1,7% op een realisatie van ca. € 3.288 mln.

(incl. toevoegingen en onttrekkingen, bedragen x € 1.000,-)

Begroting 2022 

Rekening 2022

Resultaat

Programma

Saldo

Lasten

Baten

Saldo

2022

01 - Gemeenteraad

10.071

N

9.912

37

9.875

N

196

V

02 - College en bestuur

8.788

N

8.220

72

8.148

N

640

V

03 - Duurzaamheid, milieu en energietransitie

38.896

N

130.860

102.117

28.743

N

10.153

V

04 - Openbare orde en veiligheid

60.611

N

74.622

15.123

59.499

N

1.112

V

05 - Cultuur en bibliotheek

121.374

N

131.912

11.544

120.368

N

1.005

V

06 - Onderwijs

84.158

N

154.890

67.092

87.798

N

3.640

N

07 - Werk en inkomen

335.437

N

710.983

397.098

313.885

N

21.552

V

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

544.653

N

665.619

140.944

524.675

N

19.978

V

09 - Buitenruimte

131.697

N

208.458

80.726

127.733

N

3.964

V

10 - Sport

49.910

N

70.051

19.823

50.228

N

318

N

11 - Economie

35.355

N

39.143

5.985

33.158

N

2.197

V

12 - Mobiliteit

15.007

V

93.536

117.673

24.138

V

9.130

V

13 - Stadsontwikkeling en wonen

30.309

N

186.022

140.874

45.148

N

14.840

N

14 - Stadsdelen, integratie en dienstverlening

104.302

N

136.452

31.196

105.256

N

953

N

15 - Financiën

1.860.696

V

341.645

2.208.270

1.866.625

V

5.930

V

16 - Overhead

320.143

N

325.202

4.040

321.162

N

1.019

N

Totaal

0

3.287.528

3.342.615

55.087

V

55.087

V

Een uitgebreide analyse van de behaalde beleidsresultaten en financiële afwijkingen en resultaten wordt gegeven in hoofdstuk 2 van deze programmarekening waarin deze per programma worden toegelicht.
In de onderliggende paragraaf wordt het resultaat toegelicht op basis van de vier meest omvangrijke verschillen ten opzichte van de begroting: de voordelen op bijstand en de gemeentefondsuitkering, het nadeel op de uitvoering van grondexploitaties en het voordeel door onderbesteding omdat gemeentebreed minder is uitgevoerd dan begroot.
Hoewel deze ontwikkelingen nog niet in de begroting waren opgenomen (en daarom tot resultaat hebben geleid), hebben wij u eind 2022 meegenomen in deze ontwikkelingen. In de uitvoeringsnota 2022 is in het onderdeel afwijkingenrapportage stilgestaan bij ontwikkelingen op de bijstand, gemeentefondsuitkering en gemeentebrede onderbestedingen. Ontwikkelingen ronden grondexploitaties zijn toegelicht in de meerjarenprognose grondexploitaties.

Bijstand (programma 7: Werk en inkomen)

De gemeente heeft te maken met een structureel tekort op de vergoeding die we van het Rijk krijgen voor de bijstandslasten. Wij hebben dat met de inzet van eigen middelen gecompenseerd. In 2022 werd daardoor een voordeel van € 17 mln. ten opzichte van de begroting gerealiseerd op de bijstandsverlening. In de begroting werd rekening gehouden met een toename van het aantal uitkeringen in 2022 vanwege de doorwerking van de coronacrisis. Door alle steunmaatregelen van het Rijk en de aantrekkende economie is het aantal uitkeringen in 2022 gedaald met 5,1% (van 23.441 naar 22.242). Bovendien is de rijksvergoeding die de gemeente ontvangt voor een groot deel, maar niet volledig voor deze ontwikkeling gecorrigeerd. Hierdoor is het voordeel ten opzichte van de begroting ontstaan. Deze situatie is tijdelijk en wordt via de verdeelsystematiek van het Rijk vanzelf afgebouwd. Voor de goede orde: hoewel er een voordeel ten opzichte van de begroting is ontstaan is er zelfs in deze uitzonderlijke situatie sprake van een tekort op de vergoeding die we van het Rijk ontvangen ten opzichte van de werkelijke bijstandslasten.

Grondexploitaties (programma 13: Stadsontwikkeling en wonen)

Op het voeren van grondexploitaties heeft Den Haag in 2022 een nadeel van per saldo € 18,0 mln. behaald ten opzichte van de begroting. Dit is vooral het gevolg van marktontwikkelingen. Door de hoge inflatie stijgen de kosten voor werkzaamheden sterk, terwijl de opbrengsten van bouwgrond niet meestijgen. De grondexploitatieportefeuille is geactualiseerd voor gemeentelijke exploitaties (€ 23,9 mln. nadelig) en een voorziening voor een verbonden partij is getroffen (€ 3,2 mln. nadelig). De nadelen worden deels gedempt doordat ondermeer gerealiseerde winst kon worden genomen op projecten (€ 6,8 mln. voordelig).
De gemeente beschikt over een buffer, de reserve grondexploitaties, om de nadelen op te vangen. Het scenario van verdere verslechtering van de marktomstandigheden is voorzien bij de bepaling van de benodigde omvang van deze reserve. De raad wordt bij het afzonderlijke raadsbesluit resultaatbestemming 2022 voorgelegd om de reserve grondexploitaties hiervoor aan te wenden.

Gemeentefonds (programma 15: Financiën)
Het gemeentefonds is de belangrijkste inkomstenpost van de gemeente en bedroeg ruim € 1,7 mld. in 2022. De uitkering is € 32,7 mln. hoger uitgevallen dan begroot. Dit heeft een drietal oorzaken:

  • € 14,1 mln. incidenteel overschot BTW-compensatiefonds: Als de gemeenten gezamenlijk minder btw uit het btw-compensatiefonds declareren dan er in dat fonds zit, betaalt het Rijk het overschot uit. Mogelijk mede als gevolg van corona bedroeg het landelijke overschot uit 2021 € 321 mln. Den Haag ontving € 14,1 mln.
  • € 10,1 mln. taakmutaties: De gemeente heeft in december 2022 € 10,1 mln. extra geld van het Rijk gekregen voor taken die hoofdzakelijk in 2023 uitgevoerd worden, maar waarvoor de dekking al wel is ontvangen. Omdat de lasten in 2023 volgen, geeft dit voordeel een vertekend beeld.
  • € 8,5 mln. Haagse aantallen en afrekeningen. De Haagse aantallen is de verzamelnaam voor allerlei technische afrekeningen in het gemeentefonds, waaronder de ontwikkeling van het aantal inwoners, woonruimten enz. van Den Haag in verhouding met andere gemeenten. De uiteindelijke afrekening van het gemeentefonds sluit daardoor nooit exact aan op de begroting. Dit bedroeg € 6 mln. voordelig over 2022. Ook heeft de gemeente € 2,5 mln. ontvangen voor afrekeningen over 2020 en 2021.

Minder uitgevoerd dan begroot
Naast deze drie grote ontwikkelingen, is op verschillende programma’s zichtbaar dat geplande activiteiten niet of niet volledig hebben plaatsgevonden. Omdat hierdoor niet alle dekking is aangewend, geeft dit een voordeel. Echter, de onderliggende opgaven moeten veelal alsnog in 2023 plaatsvinden en dan worden lasten alsnog gemaakt.
Deze onderbesteding heeft meerdere oorzaken. Allereerst heeft de doorwerking van de verschillende crises in 2022 geleid tot onder meer leveringsproblemen van materialen en snelle prijsstijgingen waardoor bijvoorbeeld aanbestedingstrajecten niet hebben plaatsgevonden. Ook hebben door de krapte op de arbeidsmarkt niet alle begrote activiteiten kunnen plaatsvinden. Bij de betreffende beleidsprogramma’s (hoofdstuk 2) worden de afwijkingen nader toegelicht.

Eveneens om deze reden treden faseringseffecten op voor activiteiten die uit de spaarpotten van de gemeente zijn bekostigd. Veel reserves – zoals de reserves met Enecomiddelen – worden centraal op programma financiën verantwoord. Omdat minder kosten zijn gemaakt, is er ook minder geld uit de reserves gehaald dan we hadden begroot. Dit geeft een nadeel van € 21,3 mln. op programma Financiën, terwijl evenveel voordelen zijn behaald op de beleidsprogramma’s (met name programma Duurzaamheid en energietransitie, programma 12: Mobiliteit en programma 13: Stadsontwikkeling en wonen). Gemeentebreed is er geen saldo omdat de voor- en nadelen elkaar opheffen. Dit geld blijft beschikbaar in de reserves om aan de betreffende projecten te besteden in 2023.
Alle faseringseffecten zijn bij de betreffende beleidsprogramma’s (in hoofdstuk 2) inzichtelijk gemaakt.

Financiële ontwikkelingen Den Haag
Het resultaat in 2022 is – zoals toegelicht- voornamelijk opgebouwd uit incidentele voordelen. Als we doorkijken naar de komende jaren zien we een aantal structurele uitdagingen. Dit betreffen vier thema’s waar alle gemeenten in meer- of mindere mate mee te maken hebben. Dit betreffen de ontoereikende vergoedingen voor de bijstandsuitkering, de hervormingsagenda voor jeugdhulp, de snelle prijsstijgingen en veranderingen in de gemeentefondsuitkering per 2026.  

Bijstand
De gemeente Den Haag ondervindt sinds 2015 nadelige effecten van de systematiek en de rekenregels van de verdeling van de BUIG-middelen door het Rijk. In de periode 2015 – 2019 gaf de gemeente jaarlijks gemiddeld € 26,1 mln. meer uit aan bijstandsuitkeringen (inclusief loonkostensubsidie) dan werd ontvangen aan rijksvergoeding. Sinds coronajaar 2020 heeft het Rijk het landelijk budget voor de uitkeringen fors hoger vastgesteld, waardoor het tekort van de gemeente beperkt bleef. In 2022 betaalde de gemeente € 2,1 mln. aan bijstandsuitkeringen uit eigen middelen. De verwachting is dat het landelijk budget voor BUIG uitkeringen snel zal dalen en het gemeentelijk tekort op bijstandsuitkeringen zal toenemen.

Daarom zijn tegen ieder verdeel- en vangnetbesluit van het Rijk juridische procedures gestart. Het Rijk heeft besloten om voor 2015 en 2016 een compensatie beschikbaar te stellen van € 22 mln. (RIS 309559).
Voor 2017 tot nu is geen compensatie beschikbaar gesteld. Hierdoor worden de juridische procedures tegen de verdeel- en vangnetbesluiten vanaf 2017 doorgezet. Tot op heden zijn na behandeling van het bezwaar de bezwaren van de gemeente Den Haag tegen de besluiten door het Rijk ongegrond verklaard en wordt bij de rechtbank in beroep gegaan. Inzet van de gemeente blijft om het gat tussen de rijksvergoeding en de werkelijke uitgave te minimaliseren.
Onder druk van gemeenten en de VNG is in opdracht van het Rijk een onderzoek uitgevoerd naar de werking van het verdeelmodel onder gemeenten. De eerste uitkomst van dit onderzoek is dat het verdeelmodel op negen kenmerken sterk afwijkt van de situatie in Den Haag. De resultaten van het beleidsmatige deel van dit onderzoek worden in het tweede kwartaal 2023 verwacht.

Jeugdhulp
Gemeenten zijn vanaf 2019 in gesprek met de rijksoverheid om te komen een kwalitatief beter en financieel houdbaar stelsel van jeugdzorg. Daarvoor wordt landelijk een Hervormingsagenda uitgewerkt. Hierin worden afspraken en maatregelen gemaakt die moeten leiden tot verbetering van de hulpverlening en tot kostenbesparingen. Gemeenten moeten hierbij landelijk een bedrag oplopend tot jaarlijks circa € 1 mld. besparen (aandeel Den Haag circa € 32 mln.). Bij het regeerakkoord was de bezuiniging eerst nog € 511 mln. hoger voor gemeenten. Het kabinet heeft in mei 2022 besloten voor dat deel zelf verantwoordelijkheid te dragen, maar het betekent wel een bezuiniging in het stelsel die ook doorwerkt in Den Haag (ca. € 16 mln.).

Initieel was het voorstel dat de Hervormingsagenda per 1 januari 2022 in werking zou treden. Rijk en gemeenten hebben op 18 april 2023 een principeakkoord bereikt over het financiële kader voor de Hervormingsagenda (zie de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer) waarbij de besparingen in 2024 en 2025 worden verzacht, maar er in deze jaren nog steeds een besparingsopgave van circa € 12 mln. per jaar resteert.
De Hervormingsagenda vormt een belangrijke basis voor de doorontwikkeling van de Haagse Jeugd- en Gezinshulp (RIS312349), zowel inhoudelijk als financieel. De nieuwe manier van werken inclusief populatiebekostiging leidt tot een structurele kostenbesparing waarmee het lokale deel van de bezuiniging in de Hervormingsagenda wordt ingevuld.

Structurele ontwikkeling gemeentefondsuitkering
Het Haagse aandeel in het gemeentefonds bedroeg in 2022 ruim € 1,7 mld. Het is veruit de grootste inkomstenpost van de gemeente. Bij de begroting 2023-2026 is de begroting geactualiseerd voor actuele ontwikkelingen, zoals de herverdeling van het gemeentefonds en toepassing van de opschalingskorting. Dit geeft een begroot nadeel dat oploopt tot ruim € 50 mln. per 2026.

Het regeerakkoord kondigt vanaf 2026 een nieuwe financieringssystematiek aan, waarbij een lagere gemeentefondsuitkering en meer inkomsten uit lokale belastingen tot de mogelijkheden behoorde. In de voorjaarsnota 2023 meldt het Rijk van die mogelijkheid af te zien. De nieuwe financieringssystematiek bestaat eruit dat vanaf 2027 het gemeentefonds niet meer ‘trap op en af’ meegroeit met de rijksuitgaven maar meegroeit met het de algemene economische ontwikkeling van het bruto binnenlands product. De verlaging van het gemeentefonds in 2026 wil het Rijk in stand laten.
Samen met andere (grote) gemeenten en in VNG-verband blijven we ons inzetten voor structureel toereikende rijksmiddelen om te kunnen investeren in de maatschappelijke opgaven.

Prijsstijgingen
Zoals in de inleiding aangegeven, heeft de stad in 2022 eerst te maken gekregen met een snelle stijging van de prijzen van energie en is vervolgens een bredere prijsstijging op gang gekomen. De gemeente heeft actie ondernomen om bewoners, maatschappelijke instellingen en bedrijven in nood te ondersteunen, energiebesparingsacties te stimuleren en energieproductie- en consumptie daar waar mogelijk te versnellen.
De ontwikkeling van de inflatie in 2023 en verder is een punt van zorg. In de 6e raadsmededeling over de energiecrisis (RIS315204) zijn de actuele ontwikkelingen en de stappen die de gemeente zet nader toegelicht. De ontwikkeling van de inflatie is onzeker, evenals de mate waarin deze een structureel karakter kent. Dit heeft invloed op de noden en knelpunten in de stad. Daarnaast worden de komende tijd ook rijksregelingen uitgewerkt en bij de meicirculaire maakt het Rijk bekend in welke mate de gemeente wordt gecompenseerd voor de stijgende inflatie.

In de verdere begrotingsvoorbereiding worden de noden verder in beeld gebracht evenals de middelen die beschikbaar zijn voor het oplossen daarvan.  De uitkomst van de afweging legt het college als onderdeel van de (actualisatie van) de begroting aan de gemeenteraad voor. In acute gevallen kan – zo is in de raadsmededeling toegelicht – kan volgens spelregels eerder gebruik worden gemaakt van de buffer van € 25 mln. die voor dit doel is ingesteld. Zo wordt voorkomen dat noden tussen wal en schip vallen.

Financiële positie
Voor een goed beeld van de financiële positie van de gemeente moeten niet alleen de inkomsten en uitgaven (de exploitatie) van 2022 worden gekeken, maar zijn ook de bezittingen en schulden van de gemeente van belang (de balans). Dit geeft onder meer zichtbaarheid in de wendbaarheid van de gemeente (hoe snel kan de gemeente bijsturen bij financiële tegenvallers) en de weerbaarheid (de mogelijkheid om financiële klappen te kunnen incasseren zonder in te grijpen in het beleid). In de paragraaf weerstandsvermogen wordt hier nader bij stilgestaan. Hieronder volgt een korte toelichting over de weerbaarheid van de gemeente.

Solvabiliteit: mate waarin het gemeentelijk bezit is gefinancierd met eigen vermogen.
De solvabiliteit geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen. Het geeft weer in welke mate er het gemeentelijke bezit is gefinancierd met eigen vermogen. Een solvabiliteitsratio lager dan 20% wordt als risicovol gezien door provincie en VNG. Het bezit is dan vooral met leningen gefinancierd en er is weinig buffer om tegenvallers op te vangen. De solvabiliteitsratio van de gemeente ligt met 36% ruim boven de signaleringswaarde.

Algemene reserve
De algemene reserve is het belangrijkste onderdeel van de weerstandscapaciteit van de gemeente. Deze reserve is beschikbaar om tekorten en tegenvallers direct op te kunnen vangen als deze zich voordoen, zo wordt voorkomen dat financiële tegenvallers dwingen tot directe bezuinigingen.
Bij het uitbreken van de coronacrisis is de algemene reserve aangewend om de eerste klappen op te vangen. De reserve bedroeg daarom per eind 2020 € 24,9 mln. en was ontoereikend voor resterende risico’s. Daarom is een herstelplan opgesteld met maatregelen om deze meerjarig weer aan te vullen. Dit is succesvol. Deze reserve is in 2022 gestegen van € 60,2 mln. tot € 76,2 mln. Om de actuele risico’s op te vangen dient de algemene reserve een omvang van € 108 mln. te hebben.

Voor een nader inzicht in de algemene reserve, adviseren we het voorstel resultaatbestemming 2022 te raadplegen dat eveneens onderdeel vormt van de jaarstukken. Daar worden voor- en nadelen uit deze jaarrekening bestemd volgens vastgestelde spelregels. Een groot deel van de resultaten wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Conform het voorstel resultaatbestemming stijgt de algemene reserve vervolgens tot € 127,3 mln. en is dan weer toereikend.  Eventuele afwegingen rondom de algemene reserve vormen onderdeel van de komende begrotingsvoorbereiding, op basis van het dan actuele risicoprofiel.

Meerjaren Investeringsplan 2022
De gemeente heeft, naast de exploitatiebegroting, een omvangrijk meerjarig investeringsprogramma van ongeveer € 1 mld. In 2022 investeerde de gemeente bijna € 270 mln. Hiervan komt bijna 80% ten laste van gemeentelijke middelen. Het overige deel wordt bekostigd met bijdragen van derden, zoals heffingen en bijdragen van andere overheden.

Bedragen x € 1.000

Programma

Begroting 2022

Rekening 2022

Afwijking
2022

01 - Gemeenteraad

100

0

-100

02 - College en Bestuur

0

0

0

03 - Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie

17.794

4.123

-13.671

04 - Openbare orde en Veiligheid

0

0

0

05 - Cultuur en Bibliotheek

8.995

8.384

-611

06 - Onderwijs

50.622

37.727

-12.895

07 - Werk en Inkomen

200

0

-200

08 - Zorg, welzijn, jeugd en volksgezondheid

10.879

10.554

-325

09 - Buitenruimte

84.891

66.352

-18.539

10 - Sport

1.967

660

-1.307

11 - Economie

1.109

688

-421

12 - Mobiliteit

60.941

43.761

-17.180

13 - Stadsontwikkeling en Wonen

22.410

19.852

-2.558

14 - Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

575

2.381

1.806

15 - Financiën

15.857

65.786

49.929

16 - Overhead

22.177

9.717

-12.460

Totaal

298.517

269.985

-28.532

De meeste investeringsprojecten worden verspreid over meerdere jaren gerealiseerd. Dit houdt onder meer in dat per jaarschijf verschillen kunnen ontstaan. Een project kan sneller verlopen of langzamer verlopen dan oorspronkelijk gepland. Dit leidt tot over- respectievelijk onderbesteding. Ook andere oorzaken, zoals de verkoop van een investering kan leiden tot afwijkingen ten opzichte van de begroting.
De gemeente heeft in 2022 € 270 mln. in investeringsprojecten geïnvesteerd, waar € 299 mln. was begroot. Dit is een realisatie van, per saldo, 90% op de gemeentebrede portefeuille. De afwijking is opgebouwd uit investeringen waar meer is geïnvesteerd (met name: uitgifte erfpachtgronden op programma financiën) en waar minder is geïnvesteerd (dit komt over alle programma’s terug). De programma’s met per saldo de grootste afwijkingen worden hieronder uitgelicht. In de programmatoelichtingen (hoofdstuk 2) en hoofdstuk 4.9 zijn de investeringen nader toegelicht.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed (programma 3)
In 2022 zijn ondermeer 2.459 zonnepanelen geplaatst op 12 verschillende gemeentelijke panden. Deze en andere mijlpalen zijn toegelicht in het beleidsprogramma.
De toegekende middelen zijn volledig verdeeld, maar daarvan zijn 31 concrete projecten nog in uitvoering dan wel ver in voorbereiding door vertraging. CO2 en energie besparen is zeer urgent en worden de meest optimistische planningen om tot realisatie te komen gehanteerd om de voortgang maximaal te bevorderen. De consequentie is dat elke tegenslag direct tot vertraging leidt.
De onderbesteding van € 13,8 mln. voor 2022 is veroorzaakt door tegenvallende aanbestedingsresultaten of interesse van kandidaten om überhaupt een aanbieding te doen, waardoor plannen gewijzigd moeten worden of onderhandelingen volgen. Oplopende levertijden van diverse onderdelen in duurzame werktuigbouwkundige (onder andere ventilatie en verwarming), elektrische installaties, maar ook eenvoudige producten als glas en dakbedekking. Ook wachttijden voor adviezen zijn sterk toegenomen. Ook is er vertraging omdat door voorgaande redenen reguliere onderhoudswerkzaamheden vertraging oplopen en daarmee ook de verduurzaming van de panden moet wachten.
Concluderend kan worden gesteld dat de projecten door moeilijkere marktomstandigheden vertraging hebben opgelopen, maar dat de projecten doorgang vinden.

Onderwijshuisvesting en kinderopvang (programma 6)
Bij de investeringen in onderwijshuisvesting is per saldo voor € 9,2 mln. minder gerealiseerd. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt omdat bij meerjarige projecten de realisatie per jaarschijf moeilijk te bepalen is. Dit wordt vooraf of op basis van vuistregel ingeschat, maar de regie op de voortgang ligt bij de schoolbesturen.
Bij de investeringen in kinderopvang bedraagt de lagere investering in 2022: € 3,7 mln. Dit heeft verschillende oorzaken, waaronder 1 project (KDV Houtrustweg) dat niet doorgaat en 1 project dat “on hold” is gezet (KDV Binckhorst). Voor de rest komt het door vertragingen, bijvoorbeeld doordat het ontwerp aangepast moest worden of aanbestedingen die langer duren.

Vervangingsinvesteringen rioleringen (programma 9)
Door vertragingen in de levering van materiaal en tekorten in personeel heeft het rioolvervangings-programma vertraging opgelopen van meer dan 6 tot 9 maanden. Dit heeft geleid tot een onderbesteding van € 4,0 mln.

Overige onderbestedingen werken buitenruimte (programma 9)
Op dit programma worden meer dan 20 investeringsprojecten verantwoord waarop per saldo € 14 mln. is onderbesteed. De grootste hiervan betreffen:

  • € 2 mln. vervangingsopgave openbare ruimte stadhuis. De uitvoering loopt door in 2023 omdat het aanbestedingstraject langer heeft geduurd (zie RIS 313268)
  • € 1,9 mln. heeft betrekking op de Overkluizing Utrechtsebaan-Grotiusplaats. Voorbereiding vergde meer tijd, waardoor meer werkzaamheden doorlopen in 2023.
  • € 1,8 mln. op het programma kunstwerken als gevolg van leveringsproblemen, prijsstijgingen en de krappe arbeidsmarkt. Ondanks dit is het programma grotendeels uitgevoerd (€ 30,8 mln.).

Netwerk Randstadrail (programma 12)
Er is € 14,8 mln. minder verantwoord onder de investeringen netwerk randstadrail. Voor € 6 mln. heeft Den Haag werken uitgevoerd in opdracht van HTM. Dit is direct op het beleidsprogramma (exploitatie) verantwoord en niet via het investeringsprogramma. Verder zijn de projecten lijn 16 Statenlaan en Zoutmanstraat vertraagd. Het project Buitenhof is circa € 1,5 mln. goedkoper gerealiseerd en hiervoor is ook een lagere bijdrage ontvangen.

Erfpacht (programma 15)
In 2022 is € 50,4 mln. meer grond in erfpacht uitgegeven dan begroot. Omdat vooraf moeilijk is in te schatten in welk jaar de akte wordt gepasseerd (formele moment van gronduitgifte) kunnen activeringen afwijken ten opzichte van de begroting. Een aantal grote uitgiften zijn KJ Plein (€ 21,9 mln.), Trekvlietzone (€ 7,2 mln.), nieuwbouwprojecten in Vroondaal (€ 19,2 mln.) en overige uitgiften (€ 17,1 mln.). Deze hebben voornamelijk in de periode rond de jaarwisseling plaatsgevonden.

Diverse investeringen installaties (Overhead)
Een aantal groot onderhoudsprojecten heeft door marktomstandigheden vertraging opgelopen in de uitvoering. De onderbesteding van € 3,4 mln. wordt in 2023 ingelopen.

Informatiesystemen en masterplan IT (Overhead)
De onderbesteding bedraagt € 7,7 mln. heeft twee oorzaken: een andere administratieve presentatie (dit verklaart ca. 60%) en vertragingen (dit verklaart ca. 40%).

  • In toenemende mate worden IT-systemen niet meer aangeschaft, maar wordt een abonnement voor het gebruik afgesloten. Omdat de gemeente geen eigendom heeft, wordt dit niet op het investeringsprogramma verantwoord, maar op de reguliere wijze (exploitatiebegroting). Dit was abusievelijk niet juist begroot. De activiteiten hebben wel plaatsgevonden.
  • Daarnaast is vertraging opgelopen in de uitvoer van nieuwe projecten, activiteiten schuiven door naar een volgend boekjaar. De door corona opgelopen achterstanden zijn op veel plekken wel ingehaald.

1.2.1 Nadere toelichting op resultaten per programma

In de voorgaande paragraaf is op hoofdlijnen stilgestaan bij de belangrijkste financiële ontwikkelingen en resultaten van de jaarrekening. In deze paragraaf wordt het jaarrekeningresultaat van € 55,1 mln. nader uitgesplitst naar de verschillende activiteiten binnen de beleidsprogramma’s. Dit geeft het volgende beeld:

Hieronder worden de grootste resultaten per onderdeel toegelicht.
Een meer uitgebreide toelichting van de realisatie van zowel het beleid en de financiële uitkomsten, treft u bij de programmatoelichtingen in hoofdstuk 2 van de programmarekening. Daar worden ook afwijkingen toegelicht die niet tot resultaat leiden. Hiervan is bijvoorbeeld sprake wanneer de gemeente extra activiteiten heeft uitgevoerd en daar in gelijke mate dekking voor heeft ontvangen (en vice versa).

Programma 1 Gemeenteraad  

Het resultaat op het programma bestaat uit diverse kleine verschillen.      € 0,2 mln. V 

Programma 2 College en Bestuur  
 

College van B&W                        € 0,9 mln. V
Er is een voordeel van € 0,4 mln. op de representatie B&W, deze heeft met name betrekking op het niet doorgaan van een aantal grote evenementen alsmede ook de versobering van andere evenementen. De lasten voor pensioenopbouw zijn € 0,2 mln. voordelig als gevolg van een nieuwe leverancier voor de pensioenopbouw en uitkering van de (oud-)bestuurders. Tot slot is er een onderbesteding van € 0,3 mln. bij diverse kleine posten.

Programma 3 Duurzaamheid, Milieu en Energietransitie  

Afvalverwijdering                        € 5,5 mln. V    
Omdat er minder huishoudelijk afval is aangeboden, zijn de verwerkingskosten met € 2,8 mln. afgenomen. Ook hebben er minder kwijtscheldingen plaatsgevonden van heffingen en zijn de inkomsten van heffingen toegenomen door de groei van de stad. Dit geeft een aanvullend voordeel van € 1,9 mln. Het restantvoordeel van € 0,8 mln. is omdat minder restafvalcontainers zijn geplaatst dan begroot.

Energietransitie                          € 4,5 mln. V
Veel projecten zijn conform planning, verlopen maar een aantal projecten heeft een langere doorloop- of uitvoeringstijd waardoor de uitgaven in 2022 lager zijn. Enkele projecten uitgelicht: de pilot voor het elektrificeren van twee voertuigen voor afvalinzameling is door lange levertijden niet in 2022 afgerond (€ 1 mln.), er was sprake van vertraging bij het aansluiten van woningen op het warmtenet (€ 0,7 mln.) en ook is later gestart met de aanbesteding van de concessie warmtenet Binckhorst.
Deze projecten worden uit reserves grote projecten en Energietransitie en Duurzaamheid op programma financiën gedekt. Daar is een even groot nadeel ontstaan. De middelen blijven beschikbaar voor uitvoering in de komende jaren.

Programma 4 Openbare orde en Veiligheid  

Bestrijding onveiligheid                        € 1,0 mln. V 
Het voordeel is uit drie elementen opgebouwd. Allereerst is bij programma toekomst Scheveningen badplaats € 0,8 mln. onderbesteed (voordeel) door verschillende oorzaken. Ten tweede is sprake van na-ijleffecten van de coronapandemie, waardoor € 0,5 mln. minder inkomsten zijn verkregen (nadeel) voor vergunningverleningen. Tenslotte diverse kleine afwijkingen met een voordeel van, per saldo, € 0,7 mln.  

Programma 5 Cultuur en Bibliotheek  

Cultuur                              € 1,0 mln. V 
Op diverse subsidieregelingen is niet het volledige gereserveerd budget in 2022 besteed, dit geeft een voordeel van € 0,4 mln. Ook zijn subsidies teruggevorderd, dit geeft een voordeel van € 0,2 mln. Daarnaast zijn er diverse kleine voordelen die optellen tot € 0,4 mln.

Programma 6 Onderwijs  
 
Leerlingenvervoer                        € 2,2 mln. N 
De aanbesteding van het leerlingenvervoer is mislukt, waardoor er tijdelijke overeenkomsten met de bestaande vervoerders zijn afgesloten om de continuïteit van het leerlingenvervoer in de gemeente te borgen. Dit zorgde voor een aanzienlijke prijsstijging waardoor dit nadeel is ontstaan.

Onderwijsachterstandenbeleid en taal                  € 2,3 mln. N
Stedelijke onderwijsbeleid en projecten                  € 2,2 mln. V
De resultaten op deze activiteiten moeten in samenhang worden bezien. Ze zijn inhoudelijk en administratief met elkaar verweven. De verschillen op activiteitsniveau heffen elkaar grotendeels op.

Programma 7 Werk en Inkomen    

Bijstandsverlening en inkomensvoorziening (BUIG)            € 17,0 mln. V 
De gemeente heeft te maken met een structureel tekort op de vergoeding die we van het Rijk krijgen voor de bijstandslasten. Wij hebben dat met de inzet van eigen middelen gecompenseerd.  In 2022 werd daardoor een voordeel van € 17 mln. ten opzichte van de begroting gerealiseerd op de bijstandsverlening (programma 7 Werk en Inkomen). In de begroting werd rekening gehouden met een toename van het aantal uitkeringen in 2022 vanwege de doorwerking van de coronacrisis. Door alle steunmaatregelen van het Rijk en de aantrekkende economie is het aantal uitkeringen in 2022 gedaald met 5,1% (van 23.441 naar 22.242). Bovendien is de rijksvergoeding die de gemeente ontvangt is voor een groot deel, maar niet volledig voor deze ontwikkeling gecorrigeerd. Hierdoor is het voordeel ten opzichte van de begroting ontstaan. Deze situatie is tijdelijk en wordt via de verdeelsystematiek van het Rijk vanzelf afgebouwd. Voor de goede orde: hoewel er een voordeel ten opzichte van de begroting is ontstaan is er zelfs in deze uitzonderlijke situatie sprake van een tekort op de vergoeding die we van het Rijk ontvangen ten opzichte van de werkelijke bijstandslasten (€ 2,1 mln.).

Werkgelegenheidsprojecten                     € 4,3 mln. V 
De werkgelegenheidsprojecten sluiten met een voordelig resultaat van € 4,3 mln. Dit wordt voor €2,4 mln. verklaard doordat minder aanspraak hebben gemaakt op de dienstverlening van Den Haag Werkt (30% afname ten opzichte van 2021). Daarnaast is er € 1,9 mln. minder besteed de impulsaanpak jongeren, omdat het aantal jongeren dat aanspraak maakte op de dienstverlening is lager dan begroot.   

Programma 8 Zorg, Welzijn, Jeugd en Volksgezondheid  

Beschermd wonen                                                                                                 € 11,7 mln. V 
Op subsidies Beschermd wonen is een voordeel van € 11,7 mln. gerealiseerd. Dat komt door vrijval subsidies oude jaren waar de vaststelling van het subsidiebedrag lager is dan begroot (€ 4,4 mln.) en onderbesteding op reguliere beleidsmiddelen door een tekort aan gekwalificeerd GGZ-personeel en vertraging bij het inwerken van nieuwe medewerkers door de coronamaatregelen (€ 3,7 mln.). Daarnaast is er een voordeel op de inkoop van individuele voorzieningen (MWA-contract) bij Beschermd wonen van € 3,6 mln. vanwege een betere opzet van het contract per 2020 en het kostenbewust werken.

WMO-voorzieningen                        € 4,2 mln. V 
Op de uitvoer van de Wet maatschappelijke opvang is een voordeel van € 4,2  mln. ontstaan. Dit is opgebouwd uit diverse elementen. Ten eerste een betere opzet van het nieuwe maatwerkarrangement-contract per 2020 en het kostenbewust werken (€ 3,1 mln. voordelig). Daarnaast een voordeel van € 2,9 mln. op gemeentelijke dienstverlening door onderbesteding op personeel. Hiernaast zijn minder ritten met AV070 (aanvullend vervoer) gemaakt (€ 1,8 mln. voordelig). De vervoerder wijt dit vooral aan problemen bij het werven van voldoende gekwalificeerde chauffeurs. Overige kleinere voordelen tellen op tot € 2,3 mln.  

Tegenover bovenstaande voordelen staat een nadeel van € 5,9 mln. op Maatwerkarrangement Zorg in Natura. Het nadeel is veroorzaakt door de aanzuigende werking van het Wmo abonnementstarief op de aantallen cliënten, met name op de huishoudelijke hulp. Naarmate het jaar 2022 vorderde was evenwel sprake van afvlakkende aantallen cliënten en lijkt de aanzuigende werking te stagneren.

Jeugdgezondheidszorg en jeugdteams                  € 1,8 mln. N 
Het nadeel wordt grotendeels verklaarddoor een nadeel bij jeugdteams van € 1,4 mln. In de loop van 2022 bleek dat de zorgaanbieders meer mankracht konden leveren dan verwacht. Daarnaast is een opwaartse tariefaanpassing geweest gezien de krappe arbeidsmarkt en de hierdoor dreigende overstap van personeel. Bij preventief jeugdbeleid is een nadeel van € 0,4 mln. omdat de gemeente den Haag minder middelen heeft ontvangen voor het project Follow Your Dreams, dan verwacht.

Openbare gezondheidszorg en ambulances                         € 1,9 mln. V 
De gemeente voert taken uit voor de GGD Haaglanden. Vanwege administratieve regelgeving is een deel van de kosten binnen het programma Overhead. Dit geeft een voordeel van € 1,2 mln. op dit programma en een nadeel van € 1,2 mln. op programma Overhead. Gemeentebreed is er geen resultaat. Het resterende voordeel (€ 0,7 mln.) komt met name doordat scherp is gestuurd op de middelen openbare gezondheidszorg.

Participatie zorg en welzijn                               € 1,7 mln. V 
Allereerst is een voordeel van € 0,7 mln. gerealiseerd vanwege vrijval van subsidies uit voorgaande jaren. Daarnaast zijn de middelen van de subsidieregeling stimuleren vrijwilligerswerk, ondanks communicatie via sociale media en nieuwsbrieven, niet volledig besteed (voordeel € 0,4 mln.). Ook is er een voordeel van € 0,4 mln. omdat de subsidieregeling innovatieve projecten welzijn is ingetrokken. Vanwege onderbezetting en door coronamaatregelen is het resterende budget niet tot inzet gekomen. Overige voordelen: € 0,2 mln.

Programma 9 Buitenruimte  

Inrichting en onderhoud buitenruimte                  € 2,8 mln. V  
Door efficiënte inzet van eigen personeel zijn werkzaamheden ten behoeve van straatreiniging niet uitbesteed aan derden en was er sprake van meer declarabele uren (€ 1,7 mln. voordeel). Anderzijds waren de juridische kosten voor bezwaar en beroepsprocedures hoger vanwege de complexe zaken (€ 0,8 mln. nadeel). In verband met de oprichting van de 1SRO is voor de daarmee gepaard gaande incidentele arbeidsgerelateerde kosten een voorziening gevormd. In totaal is € 2,5 mln. gestort in de voorziening. Hiervan is € 1 mln. afkomstig uit de eerder gevormde reserve 1SRO, € 1,5  mln. komt ten laste van de exploitatie (€ 1,5 mln. nadeel).
Verder zijn veel kleinere voordelen behaald die het resultaat verklaren. Zo is onder meer meer vastgoed verkocht dan begroot, leidt de vertraagde levering van natuursteen tot een onderbesteding op project Paxhaven en er zijn meer legesinkomsten. De diverse kleinere voordelen tellen op tot € 3,4 mln.

Toezicht en handhaving buitenruimte                  € 2,0 mln. V
Het voordeel wordt veroorzaakt door openstaande vacatures. Binnen de handhaving zijn vacatures moeilijk op te vullen. Verder zijn er minder kosten gemaakt vanwege vertraging bij de verbouwing van de Loudonstraat en de langere levertijden van materialen.

Openbaar groen en openluchtrecreatie                  € 1,1 mln. N  
Door inflatie en de droge zomer zijn de kosten voor het groen onderhoud, waaronder het populierenvervangingsplan hoger uitgevallen (€ 1,6 mln.). Het exploitatieresultaat van het groenbedrijf is eveneens nadelig (€ 1,0 mln.) onder meer wegens de extra inzet op onkruidbestrijding. Het groeiseizoen neemt toe vanwege de klimaatverandering. Daartegenover staat er minder geld nodig was dan gereserveerd voor de fiscale naheffingsaanslag voor voertuigen.

Programma 10 Sport  

Sportbeleid en activering                       € 2,2 mln. V 
Voornamelijk vanwege krapte op de arbeidsmarkt zijn minder activiteiten uitgevoerd in het kader van sportstimulering dan begroot (€ 1,1 mln.).  Daarnaast is er een voordeel op sportbeleid en topsport
Het resultaat voor Topsport en Evenementen bedraagt € 0,6 mln. voordelig en de kosten voor het eigen apparaat (personeel) vallen € 0,3 mln. lager uit.   

Sport- en spelaccommodaties                      € 2,5 mln. N
De exploitatielasten van de gemeentelijke sportaccommodaties zijn 2.2 mln. hoger als gevolg van de stijging van de energieprijzen en omdat er, onder andere door ziekteverzuim, meer personeel ingehuurd moest worden dan begroot. Tegenover dit nadeel staat een voordeel van 1,5 mln. op de baten omdat we geld van het Rijk hebben ontvangen voor de exploitatie van zwembaden en ter compensatie voor het kwijtschelden van huren en pachten aan de sportverenigingen vanwege de sluiting door corona.
Uit een bouwkundig onderzoek is gebleken dat er aanpassingen moeten plaatsvinden aan de dakconstructie van het ADO-stadion. Als eigenaar treft de gemeente hiervoor een voorziening van € 2,5 mln.
Overige kleinere voordelen betreffen € 0,7 mln.

Programma 11 Economie  

Huisvesting, werkmilieus, bedrijventerreinen (mkb)            € 2,4 mln. V 
De lasten zijn € 0,8 mln. lager bij bedrijventerreinen en kantoren, doordat vanwege capaciteitsgebrek minder bedrijfsterreinen zijn uitgeven. Ook is er een gebrek aan nieuwe projecten en initiatieven.  De kosten voor Wold Forum vielen € 0,7 mln. lager uit, omdat de onderhoudswerkzaamheden zijn uitgesteld. Ook levert een hogere bezettingsgraad in de bedrijfsverzamelgebouwen een voordeel van € 0,4 mln. Overige verschillen per saldo € 0,5 mln. voordeel.            .

Programma 12 Mobiliteit   

Parkeerbelasting                        € 3,4 mln. V 
De parkeerbaten zijn toegenomen op de parkeerterreinen op Scheveningen. Daarnaast zijn de opbrengst parkeervergunningen hoger door van de gebiedsuitbreidingen betaald parkeren in Benoordenhout en de Notenbuurt. Dit is een voordeel van € 2,3 mln. Daarnaast zijn meer naheffingsaanslagen (parkeerbonnen) opgelegd, dit geeft een voordeel van € 1,2 mln.

Inrichting verkeer                        € 4,3 mln. V 
Het voordeel is opgebouwd uit diverse elementen. De grootste twee resultaten betreffen:

  • Voordeel € 2,6 mln. doordat diverse projecten t.b.v. inrichting verkeer zijn vertraagd onder andere door krapte op de arbeidsmarkt en vertraagde levering. Deze projecten zijn nader toegelicht op het programma.
  • Daarnaast is vanwege personeelstekorten en langere trajecten van besluitvorming voor € 1,3 mln. minder besteed aan projecten die zijn gedekt uit de reserve Verbetering Duurzame mobiliteit. Dit heeft betrekking op de no-regret maatregelen, fietsprojecten en korte-termijn aanpakken. Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan deze op programma 15 Financiën.

Groei aandeel openbaar vervoer                   € 2,3 mln. V 
Een aantal projecten is later of niet gestart, door capaciteitsgebrek personeel, complexiteit, verschil in visie-inzichten en interventies in de initiatieffase. Voorbeelden zijn: Smart Mobility, ombouw viaducten, opwaarderen HOV-haltes CID Binckhorst, projecten voor zuidwest corridor en koningscorridor. Deze projecten worden gefinancierd uit de concernreserve Verbetering duurzame mobiliteit. Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan de gemeentebrede reserve Duurzame mobiliteit op programma 15 Financiën.

Vennootschapsbelasting                      € 1,1 mln. N
Voor het uitbaten van het parkeerterrein Zwarte Pad is de gemeente vennootschapsbelasting verschuldigd en is voor meerdere jaren een naheffing ontvangen. Dit geeft een nadeel van € 1,1 mln.

Programma 13 Stadsontwikkeling en Wonen  

Bouwgrondexploitaties                           € 18,0 mln. N
Dit nadeel is vooral het gevolg van marktontwikkelingen. Door de hoge inflatie stijgen de kosten voor werkzaamheden op grondexploitaties  sterk, terwijl de opbrengsten van bouwgrond niet meestijgen. De grondexploitatieportefeuille is geactualiseerd voor gemeentelijke exploitaties (23,9 mln. nadelig) en een voorziening voor een verbonden partij is getroffen (3,2 mln. nadelig). De nadelen worden deels gedempt doordat ondermeer gerealiseerde winst kon worden genomen op projecten (6,8 mln. voordelig) en overige effecten (per saldo € 2,3 mln. voordelig).  

Stadsvernieuwing                       € 2,2 mln. N
De benodigde voorziening WOM Den Haag Zuidwest is voor 2022 berekend op € 13,9 mln. Dit betekent dat de voorziening met € 5,5 mln. is gestegen. Daarnaast zijn diverse projecten vertraagd in de uitvoering of duren langer in tijd en lopen door in 2023. Dit leidt tot voordelen.

Wonen en bouwen                      € 3,1 mln. V  
De doelstelling om jaarlijks 4.000 nieuwe woningen in aanbouw te nemen, niet is volledig behaald, in samenhang hiermee is de personele inzet op projecten ook minder dan begroot (€ 0,8 mln. voordeel). Beschikbare projectmiddelen (uit de Enecoreserve) zijn hierdoor eveneens niet volledig besteed (€ 2,3 mln. voordeel). Hiertegenover staat een lagere onttrekking aan de gemeentebrede reserve op programma 15 Financiën. De middelen blijven beschikbaar voor uitvoering in de komende jaren.         

Kernregistraties                          € 1,2 mln. V 
Door onderbezetting op de afdeling Geo-informatie is er een voordeel van € 0,5 mln. Ook heeft het afsluiten van overbodige service een voordeel van € 0,2 mln. opgeleverd voor IT. Daarnaast is er minder gebruik gemaakt van de programmabudgetten voor beheer € 0,5 mln.

Programma 14 Stadsdelen, Integratie en Dienstverlening

Burgerzaken                          € 2,5 mln. N
Het negatieve resultaat op burgerzaken wordt met name verklaard door de volgende drie effecten: 

  • Hogere lasten bij verkiezingen door de genomen beheersmaatregelen in het kader van de Tijdelijke wet verkiezingen Covid-19 (€ 0,5 mln.). Daarnaast is € 0,3 mln. aan extra kosten gemaakt in relatie tot voorbereidende werkzaamheden voor de verkiezing van het Kiescollege voor niet-ingezeten. Hier staat compensatie vanuit de decembercirculaire van het Rijk tegenover.
  • Het Callcenter 14070 had lagere doorbelastingen aan calls (€ 0,5 mln.), hogere inhuurkosten (€ 1,1 mln.) en lagere vaste personeelskosten (€ 0,5 mln.)
  • Bij de balies zijn de lasten € 0,5 mln. hoger door inhuur vanwege ziekteverzuim en om de drukte bij de balies te beheersen (uitgestelde vraag na de coronajaren 202o en 2021)

Integratie en Burgerschap                    € 1,1 mln. V 
De lagere lasten zijn met name het gevolg van vertragingen, zoals de vertraagde aanbesteding van de herdenkingsmonumenten slavernijverleden (€ 0,5 mln.) en diverse projecten (onder andere; anti-discriminatie, Taal in de buurt) die zijn vertraagd als gevolg van onderbezetting en coronamaatregelen (€ 0,5 mln.)

Programma 15 Financiën  

Gemeentebrede reserves         € 21,3 mln. N  
Dit betreft een nadeel van € 21,3 mln. op de gemeentebrede reserves als gevolg van lagere bestedingen bij andere programma’s. Hier tegenover zijn op de betreffende programma's minder lasten gerealiseerd, waardoor het resultaat gemeentebreed neutraal is. De inhoudelijke toelichtingen zijn opgenomen in de betreffende beleidsprogramma's.

Gemeentefonds: btw-compensatiefonds                  € 14,1 mln. V
Als de gemeenten gezamenlijk minder btw uit het btw-compensatiefonds declareren dan er in dat fonds zit, betaalt het Rijk het overschot uit aan de gemeenten. De gemeenten hebben in 2022 € 320,917 mln. overschot van het btw-compensatiefonds (overschot van 2021) uitbetaald gekregen. Het Haagse aandeel daarin is 4,4%, oftewel € 14,1 mln. Het voordeel is incidenteel.

Gemeentefonds: taakmutaties decembercirculaire               € 10,1 mln. V
In de decembercirculaire van het gemeentefonds heeft de gemeente extra geld van het Rijk gekregen, wat nog niet begroot was. Daarvan zijn drie taakmutaties groter dan € 1 mln.: continuïteit van de zorg en maatschappelijke opvang (€ 2,8 mln.), opstart- en verkiezingskosten kiescollege (€ 1,4 mln.) en compensatieregeling voogdij 18+ (€ 1,1 mln.). Deze inkomsten zijn in principe nodig om de extra lasten voor die taken in 2022 en/of 2023 te dekken.

Gemeentefonds: Haagse aantallen en overige afrekeningen         € 8,5 mln. V
De Haagse aantallen zijn de verzamelnaam voor allerlei technische afrekeningen in het gemeentefonds, waaronder de ontwikkeling van het aantal inwoners, woonruimten enz. van Den Haag in verhouding met andere gemeenten. De uiteindelijke afrekening van de gemeentefondsuitkering (€ 6 mln.) sluit daarom nooit exact aan op de begroting. Aan nabetalingen gemeentefonds over voorgaande jaren kreeg de gemeente in 2022 € 2,5 mln.

Voorziening Spaarverlof:                     € 6,6 mln. N 
In de cao-gemeenten 2021-2022 is het verlofsparen geïntroduceerd. De commissie BBV die toeziet op financiele regelgeving van gemeenten heeft bepaald dat alle gemeenten in Nederland hiervoor een voorziening dienen te treffen. De reden is dat het om een verplichting gaat van ongelijke omvang. De hoogte van de voorziening voor Den Haag betreft € 6,6 mln.

Overzicht Overhead

Overhead primair proces                     € 2,8 mln. N
Er was sprake van extra inhuur op leidinggevende- en managementondersteunende functies binnen het primaire proces. Dit heeft deels betrekking op de test- en vaccinatiestraten en het bron- en contactonderzoek. Een andere oorzaak is krapte op de arbeidsmarkt, waardoor op diverse plekken langere inhuur noodzakelijk was.

Ondersteuning bestuur en concernbedrijfsvoering               € 1,4 mln. V  
De per saldo lagere lasten kennen verschillende oorzaken. De drie grootste oorzaken zijn de volgende:

  • Door inflatie en energie zijn materiële budgetten overschreden met € 1,5 mln. Dit betreft het saldo van de werkelijke kostenstijgingen en daarvoor ontvangen prijscompensatie.
  • Het tijdelijk openstaan of openhouden van vacatures levert voordelen op. Om de bedrijfscontinuïteit te waarborgen wordt ingehuurd en daardoor ontstaan financiële nadelen. Het saldo van deze voor- en nadelen bedroeg in 2022 € 1,2 mln. voordelig.
  • De kosten voor onderhoud, BHV, technische en fysieke beveiliging van panden, vallen circa 1,0 mln. lager uit. Dit is het gevolg van de volle orderportefeuille van externe leveranciers.

1.2.2 Opvang ontheemden Oekraïne en asielzoekers

In deze paragraaf wordt kort stilgestaan bij de ontwikkelingen rondom ontheemden Oekraine en asielzoekers over 2022. Daarbij is eveneens aandacht voor financiën met betrekking tot opvang ontheemden Oekraine. Het Rijk vergoed de gemeentelijke kosten met een brede regeling. Deze raakt verschillende beleidsprogramma’s en wordt hieronder gemeentebreed toegelicht.

Algemeen:
Op 24 februari 2022 is Rusland Oekraïne binnengevallen. Enkele dagen na de inval meldden de eerste Oekraïense vluchtelingen zich in het stadhuis voor onderdak. Binnen twee weken ving gemeente Den Haag honderden Oekraïense ontheemden op in Haagse hotels. Om de vluchtelingenstroom in goede banen te leiding is in razend tempo een regionaal aanmeldcentrum opgezet. Op deze plek in Rijswijk konden we Oekraïense vluchtelingen een warm welkom bieden en in kleding, zorg en andere basisbehoeftes voorzien. Vlot openden de eerste langdurige opvangplekken in een voormalig zorgcentrum en conservatorium.  De plannen om een voormalig klooster, school en andere panden te verbouwen tot tijdelijke opvangplek volgden spoedig. Haagse inwoners stonden ook klaar voor Oekraïense ontheemden: in gastgezinnen en bij familie vonden Oekraïners ook een warm welkom.
In een crisisteam kwam vlot de gemeentelijke dienstverlening voor de basisregistratie personen, leefgeldverstrekking, begeleiding naar werk en inschrijven voor onderwijs op gang. Rond de zomer ging het crisisteam over in een Tijdelijke Projectorganisatie om de gemeentelijke inzet te borgen.

Naast Oekraïense ontheemden hebben we dit jaar vier locaties geopend voor asielzoekers: een noodopvanglocatie aan de Regulusweg en voor crisisnoodopvang zijn drie hotels ingezet. De kosten hiervoor zijn vergoed door het COA.  De raad is met raadsmededelingen uitgebreid meegenomen in de ontwikkelingen en de Haagse inzet (o.a. RIS 313873en RIS 312501).

Eind 2022 vangen we in binnen de Haagse stadsgrenzen 3.000 Oekraïense ontheemden op: 1.200 in gemeentelijke opvangplekken en 1.800 Oekraïners buiten gemeentelijke opvang (bij gastgezinnen, familie of eigen woonplek). Voor de opvang van asielzoekers zijn 600 (crisis)noodopvangplekken gerealiseerd.
De verwachting voor 2023 is dat de noodzaak voor opvang van vluchtelingen – zowel ontheemden uit Oekraïne als asielzoekers – onverminderd hoog blijft.

Brede bekostigingsregeling ontheemden Oekraïne:
Vanaf de start van de crisis heeft het Rijk de verzekering gegeven dat de kosten van de opvang door gemeenten vergoed worden. Dit is geregeld via de Bekostigingsregeling opvang ontheemden Oekraïne. De begroting is op basis van deze regeling geactualiseerd met een bedrag van € 33 mln. aan baten en lasten verspreid over de zes programma’s waar de uitgevoerde activiteiten hebben plaatsgevonden. De realisatie in 2022 betreft € 35,1 mln. en heeft op de volgende programma’s plaatsgevonden en zijn daar nader toegelicht:

Programma

Bedrag

Werkzaamheden

2: College en bestuur

€ 0,1 mln.

Extra faciliteiten bij de ambassade van Oekraïne

6: Onderwijs

€ 1,3 mln.

Werkzaamheden met betrekking tot onderwijs

8: Zorg, welzijn, jeugd en gezondheid

€ 18,2 mln.

Uitvoeringskosten, huur accommodaties en transitiekosten.

13: Stadsontwikkeling en wonen

€ 0,3 mln.

Uitvoeringskosten, huur accommodaties en transitiekosten.

14: Stadsdelen, integratie en dienstverlening

€ 13,8 mln.

Uitvoeringskosten en verstrekking van leefgeld

16: Overhead

€ 1,4 mln.

Communicatie, control en inkoop en personeel en organisatie

Totaal realisatie

€ 35,1 mln.

De rijksbijdrage wordt in 2023 definitief vastgesteld en indien deze bijdrage sterk afwijkt van de gerealiseerde kosten, wordt hier nader over geïnformeerd. 

Deze pagina is gebouwd op 02/27/2024 11:11:45 met de export van 01/18/2024 07:36:48